Zo behoud je de brandwerendheid van een wand

brandwerendheid

De brandwerendheid staat voor de tijd die een constructie (bijvoorbeeld een wand, deur of glasvlak) een brand tegen kan houden. Een brandproef bepaalt de brandwerendheid. De constructie wordt voor een oven geplaatst. De oven verhoogt de temperatuur in een uur tot 950° Celsius. Bezwijkt de constructie niet en wat is de temperatuur van de constructie tijdens de proef? De tijdsduur dat de constructie aan de eisen voldoet wordt de brandwerendheid genoemd (bijvoorbeeld 30 of 60 minuten).

Brandwerendheid vergroten: voorkom uitbreiding van brand

Een brandwerende wand maakt altijd onderdeel uit van een pakket brandveiligheidsmaatregelen in je gebouw. Goed functionerende brandwerende wanden voorkomen branduitbreiding. Je zorgt dan voor een veilig gebouw. Een gebouw dat veilig te ontruimen is bovendien. Absoluut een belangrijk onderdeel voor je veiligheid dus!

Relevante aspecten bij brandwerendheid

Een wand is pas voldoende brandwerend als je alle onderdelen van de wand voldoende brandwerend maakt. Een brandwerende wand bestaat uit vier onderdelen: 

  1. de wand zelf
  2. de aansluitingen van de wand op de aangrenzende constructies;
  3. de zichtbare ‘openingen’ in de wand, zoals brandwerende deuren en ramen;
  4. de ‘niet zichtbare openingen’ in de wand, zoals de brandwerende wanddoorvoeringen (WADO) van leidingen en kanalen.

De regelgeving in het Bouwbesluit

Als de bouwregelgeving eisen stelt aan de brandwerendheid van een wand, geldt hiervoor het Bouwbesluit. Het Bouwbesluit stelt eisen aan de mate waarin jouw brandwerende wand bestand is tegen vuurbelasting. Dit is de weerstand tegen branddoorslag. Het Bouwbesluit onderscheidt een branddoorslag van 30 minuten en 60 minuten. Behalve de weerstand tegen branddoorslag gaat het Bouwbesluit ook over de weerstand tegen brandoverslag. Brandoverslag is de uitbreiding van een brand van de ene ruimte naar een andere ruimte, uitsluitend via de buitenlucht. De weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag staat bekend als de wbdbo.

Vergunning en handhaving

De brandwerendheid van een wand staat in de vergunningstekeningen. De brandwerende materialen van de wand moeten voldoen aan de vereiste brand- en rookklassen. In opdracht van de gemeente kan de brandweer controleren of alle brandveiligheidsmaatregelen in het gebouw functioneren. Als dat niet zo is, zal de gemeente handhavend optreden om de brandveiligheid weer terug te brengen.

Risico’s bij regulier gebruik en brand

In de loop van de tijd kunnen onderdelen van een brandwerende wand verouderen waardoor de brandwerendheid afneemt. Daarbij neemt de brandwerendheid af als je aanpassingen verricht aan de wand. Een monteur kan vaak niet volgens het montagevoorschrift werken. Hierdoor kunnen naden en kieren ontstaan en dat is funest voor de brandwerendheid. Ga maar na: er kan lucht door die naden en kieren wat de brand juist aanwakkert. De brand breidt zich zo sneller uit dan voorzien in het ontwerp. Daarmee komt de veiligheid van mensen in het geding. Daarnaast brengt de brand zo grotere directe schade toe aan je gebouw.

Aandachtspunten om brandwerendheid acceptabel te houden

Zorg ervoor dat je als eindverantwoordelijke op de hoogte bent van de brandwerende eisen van je gebouw. Via een periodieke visuele inspectie kun je de meeste risico’s inventariseren. Denk goed na bij onderhoudswerkzaamheden aan je wanden. Gebruik materialen die je makkelijk kunt monteren, maar kijk vooral ook naar de brandwerendheid. Je denkt er liever niet aan, maar stel dat er brand uitbreekt, dan wil je de schade beperken. Benoem daarom bij verbouwingen altijd expliciet het behoud van de brandwerendheid. Hou daarnaast toezicht op de juiste uitvoering, zoals beschreven in het productcertificaat of de verwerkingsvoorschriften van het product. Met brand wil je geen risico’s nemen.